Jack Daniel kende een bron met uitstekend water net buiten het kleine dorpje Lynchburg, midden in Tennessee. Het water uit de bron, Cave Spring, was koel, helder en vrij van onzuiverheden als ijzer. Dit water is nog steeds het belangrijkste bestanddeel van Jack Daniel's Tennessee Whiskey. De plaats Lynchburg in Tennessee is gelegen in een open landschap, op een kleine verhoging. De distilleerderij van Jack Daniel ligt verscholen in een dal. De contouren van de gebouwen worden verzacht door struikgewas en groene heesters. Een rotswand onthult een grot van ongeveer zes meter hoog en de waterbron moet zeker dieper liggen dan 2000 meter, deze bron is nog nooit opgedroogd. In de distilleerderij zijn de houten filtreerkuipen in de vloer verzonken. De drie meter hoge houtskoollaag rust op een wollen deken. Direct boven de houtskoollaag bevindt zich een wirwar van koperen pijpen die geperforeerd zijn. Door deze gaatjes drupt de whiskey op de houtskool en wordt zo gefilterd. Het blijven druppels die uit de gaatjes komen en dit worden nooit straaltjes. Dit wordt door grote rondleidingsgroepen gadegeslagen. Het is een fenomeen, de sluwe marketing manier om dit alles zo aan de consument te presenteren, de stad, de distilleederij, de ceremoniën. De naam van de oprichter, Jack Daniel, is de beroemdste naam wat Tennessee Whiskey betreft geworden. Bij de distilleerderij in Lynchburg is Jack Daniel dan ook vereeuwigd in een standbeeld bij de distilleerderij.